19.Mary

  1. K[aaf] H[aa?] J[aa?] '[Ain] S[aad]
  2. De vermelding van de barmhartigheid van jouw Heer aan Zijn dienaar Zakarijja
  3. Toen hij tot zijn Heer in het verborgen riep
  4. zei hij: "Mijn Heer, mijn gebeente is zwak geworden in mij en mijn hoofd grijs van ouderdom. Bij het aanroepen van U, mijn Heer, ben ik nooit ongelukkig geweest
  5. Maar ik ben bang voor de verwanten die na mij komen, want mijn vrouw is onvruchtbaar. Schenk mij dan van Uw kant een naaste verwant
  6. die van mij zal erven en die van het geslacht van Ja'koeb zal erven en maak, mijn Heer, dat hij aangenaam is
  7. O Zakarijja, Wij kondigen jou een jongen aan die de naam Jahja heeft, een naam die Wij nog niet eerder aan iemand gegeven hebben
  8. Deze zei: "Hoe kan ik nog een jongen krijgen terwijl mijn vrouw onvruchtbaar is en ik een hoge ouderdom heb bereikt
  9. Hij zei: "Zo is het. Jouw Heer heeft gezegd: 'Het is voor Mij gemakkelijk. Ik heb jou vroeger immers ook geschapen toen jij nog niets was
  10. Hij zei: "Mijn Heer, geef mij een teken." Hij zei: "Jouw teken is dat jij drie nachten, hoewel je gezond en wel bent, toch niet tot de mensen zult spreken
  11. Toen ging hij het heiligdom uit naar zijn volk en gaf hun te kennen dat zij 's ochtends en 's avonds moesten lofprijzen
  12. O Jahja, houd het boek stevig vast." En Wij gaven hem de oordeelskracht al als kind
  13. en mededogen van Onze kant en reinheid. Hij was godvrezend
  14. en plichtsgetrouw jegens zijn ouders en hij was geen ongehoorzame geweldenaar
  15. En vrede zij met hem op de dag dat hij geboren werd, op de dag dat hij sterft en op de dag dat hij weer tot leven wordt opgewekt
  16. En vermeld in het boek Marjam. Toen zij zich van haar familie terugtrok naar een oostelijke plaats
  17. en een afscherming tegen hen maakte. Toen zonden Wij Onze geest naar haar en hij deed zich aan haar voor als een goedgevormd mens
  18. Zij zei: "Ik zoek bij de Erbarmer bescherming tegen jou, als jij godvrezend bent
  19. Hij zei: "Maar ik ben de gezant van jouw Heer om jou een reine jongen te schenken
  20. Zij zei: "Hoe zou ik een jongen krijgen, terwijl geen mens mij aangeraakt heeft; en ik ben geen onkuise vrouw
  21. Hij zei: "Zo is het. Jouw Heer heeft gezegd: 'Het is voor Mij gemakkelijk. En het is opdat Wij hem tot een teken voor de mensen maken en uit barmhartigheid van Ons. En het is een beslissing die gevallen is
  22. Dus werd zij zwanger van hem en trok zich met hem terug naar een afgelegen plaats
  23. Toen maakten de weeën dat zij naar de stam van de palm ging. Zij zei: "Ach was ik maar eerder gestorven en was ik maar volstrekt in vergetelheid geraakt
  24. Maar hij riep haar van onder haar vandaan: "Wees niet bedroefd, jouw Heer heeft onder jou een beekje geplaatst
  25. En schud de stam van de palm naar je toe dan zal zij verse rijpe dadels op je laten vallen
  26. Eet en drink dan en wees goedsmoeds en als jij iemand van de mensen ziet zeg dan: 'Ik heb aan de Erbarmer de gelofte gedaan mij te onthouden en dus zal ik vandaag met geen mens spreken
  27. Toen kwam zij met hem bij haar mensen, terwijl zij hem droeg. Zij zeiden: "O Marjam jij hebt echt iets ongehoords begaan
  28. Zuster van Haroen, jouw vader was geen slechte man en jouw moeder was geen onkuise vrouw
  29. Maar zij wees naar hem. Zij zeiden: "Hoe kunnen wij spreken met iemand die nog een kind in de wieg is
  30. Hij zei: "Ik ben Gods dienaar; Hij heeft mij het boek gegeven en mij tot profeet gemaakt
  31. En Hij heeft mij gezegend gemaakt waar ik ook ben en Hij heeft mij de salaat en de zakaat opgelegd zolang ik leef
  32. en ook om plichtsgetrouw te zijn jegens mijn moeder en Hij heeft mij niet tot een ellendige geweldenaar gemaakt
  33. En vrede zij met mij op de dag dat ik geboren werd, op de dag dat ik sterf en op de dag dat ik weer tot leven word opgewekt
  34. Dat is Tsa, de zoon van Marjam, het woord van de waarheid waaraan zij twijfelen
  35. God is niet zo dat Hij zich een kind neemt. Geprezen zij Hij! Wanneer Hij iets beslist dan zegt Hij er slechts tegen: "Wees!" en het is
  36. God is mijn Heer en jullie Heer; dient Hem dus. Dit is een juiste weg
  37. Maar de partijen waren het onderling oneens. Wee dus hen die ongelovig zijn want zij zullen van een geweldige dag getuige zijn
  38. Wat zullen zij scherphorend en scherpziend zijn op de dag dat zij tot Ons komen! Maar de onrechtplegers verkeren vandaag in duidelijke dwaling
  39. En waarschuw hen voor de dag van wroeging wanneer de beslissing is gevallen, terwijl zij in onoplettendheid verkeren en niet geloven
  40. Wij zullen de aarde beërven en wie erop zijn en tot Ons zullen zij teruggebracht worden
  41. En vermeld in het boek Ibrahiem. Hij was een oprecht mens en een profeet
  42. Toen hij tot zijn vader zei: "O mijn vader, waarom dien jij wat niet kan horen, niet kan zien en wat jou niets baat
  43. O mijn vader, tot mij is kennis gekomen die tot jou niet gekomen is. Volg mij dus, dan zal ik jou op een effen weg leiden
  44. O mijn vader, dien de satan niet. De satan is weerspannig tegen de Erbarmer
  45. O mijn vader, ik ben bang dat een straf van de Erbarmer jou zal treffen en dat jij dan een volgeling van de satan wordt
  46. Deze zei: "Wil jij je van mijn goden afkeren, Ibrahiem? Als jij niet ophoudt, zal ik je stenigen; ga een lange tijd bij mij weg
  47. Hij zei: "Vrede zij met je. Ik zal mijn Heer voor jou om vergeving vragen; Hij is voor mij welwillend
  48. Ik ga mij van jullie afscheiden en ook van wat jullie in plaats van God aanroepen. Ik roep mijn Heer aan, misschien dat ik bij het aanroepen van mijn Heer niet ongelukkig ben
  49. En toen hij zich van hen afscheidde en van wat zij in plaats van God dienden schonken Wij hem Ishaak en Ja'koeb en allen maakten Wij tot profeten
  50. En Wij schonken hun iets van Onze barmhartigheid en Wij verschaften hun een betrouwbare, hoogstaande reputatie
  51. En vermeld in het boek Moesa. Hij was uitverkoren en hij was een gezant en een profeet
  52. En Wij riepen hem van de rechterkant van de berg en brachten hem dichterbij voor een vertrouwelijk gesprek
  53. En Wij schonken hem uit Onze barmhartigheid zijn broeder Haroen als profeet
  54. En vermeld in het boek Isma'iel. Hij hield zich aan zijn toezegging en hij was een gezant en een profeet
  55. En hij legde zijn mensen de salaat en de zakaat op en hij had bij zijn Heer welgevallen gevonden
  56. En vermeld in het boek Idries. Hij was een oprecht mens en een profeet
  57. En Wij hebben hem naar een hoge plaats verheven
  58. Zij zijn het aan wie God onder de profeten genade geschonken heeft, uit de nakomelingen van Adam, uit hen die Wij met Noeh gedragen hebben, uit de nakomelingen van Ibrahiem en Isra?iel en uit hen die Wij op het goede pad gebracht en uitgekozen hebben. Wanneer de tekenen van de Erbarmer aan hen worden voorgelezen vallen zij eerbiedig buigend neer en huilen
  59. Toen volgden hen daarna opvolgers op die de salaat veronachtzaamden en de begeerten najoegen; zij gaan dus verderf tegemoet
  60. Behalve wie berouw toont, gelooft en deugdelijk handelt. Zij zijn het dus die de tuin binnengaan en hun wordt geen enkel onrecht aangedaan
  61. De tuinen van 'Adn die de Erbarmer aan Zijn dienaren in het onzichtbare heeft toegezegd; zijn toezegging komt uit
  62. Zij horen daarin geen onzin, maar alleen: Vrede! En voor hen is er 's ochtends en 's avonds hun levensonderhoud
  63. Dat is de tuin die Wij hun van Onze dienaren die godvrezend zijn laten beërven
  64. Wij laten ons alleen maar door de beschikking van jouw Heer neerzenden. Van Hem is wat vóór ons is en wat achter ons is en wat daartussen is. En jouw Heer is niet vergeetachtig
  65. De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is. Dient Hem dus en volhardt in Zijn eredienst. Ken jij van Hem een naamgenoot
  66. De mens zegt: "Als ik sterf, zal ik dan levend tevoorschijn gebracht worden
  67. Gedenkt de mens dan niet dat Wij hem vroeger geschapen hebben toen hij nog niets was
  68. Maar, bij jouw Heer, Wij zullen hen en de satans verzamelen en dan zullen Wij hen rondom de hel op de knieën voorgeleiden
  69. Dan zullen Wij bij iedere groepering hen eruit halen die het hevigst tegen de Erbarmer tekeergingen
  70. Dan kennen Wij hen die het meest verdienen te braden het best
  71. Er is niemand onder jullie die er niet naar zal afdalen. En het is voor jouw Heer een besluit dat gevallen is
  72. Dan redden Wij hen die godvrezend zijn en laten de onrechtplegers daarin op de knieën achter
  73. En wanneer aan hen Onze tekenen als duidelijke bewijzen worden voorgelezen zeggen zij die ongelovig zijn tot hen die geloven: "Welke van de beide groepen heeft een betere positie en verkeert in beter gezelschap
  74. Hoeveel generaties hebben Wij reeds vóór hun tijd vernietigd die betere voorzieningen hadden en die een betere aanblik boden
  75. Zeg: "Als iemand in dwaling verkeert, dan moge de Erbarmer het voor hem nog verlengen. En wanneer zij ten slotte zien wat hun is aangezegd -- of het nu de bestraffing is of het uur? dan zullen zij weten wie de slechtste positie hebben en de zwakste troepenmacht
  76. En God brengt hen die zich op het goede pad hebben laten brengen nog beter op het goede pad. En de deugdelijke daden die duurzaam zijn hebben bij jouw Heer een betere beloning en verzekeren een betere terugkeer
  77. Heb jij hem gezien die geen geloof hecht aan Onze tekenen en die zegt: "Aan mij zullen zeker bezit en kinderen gegeven worden
  78. Heeft hij dan het onzichtbare in ogenschouw genomen of heeft hij met God een verbond gesloten
  79. Welnee, Wij zullen opschrijven wat hij zegt en de bestraffing voor hem nog verlengen
  80. En Wij zullen dat wat hij zegt van hem erven en hij zal alleen tot ons komen
  81. En zij hebben zich in plaats van God andere goden genomen om door hen macht te krijgen
  82. Welnee, zij zullen voor hun eredienst niet erkentelijk zijn en tegenstanders voor hen zijn
  83. Heb jij niet gezien dat Wij de satans naar de ongelovigen gezonden hebben om hen op te stoken
  84. Wees niet te haastig tegen hen; Wij zijn voor hen al aan het aftellen
  85. Op de dag dat Wij de godvrezenden als een afvaardiging bij de Erbarmer zullen verzamelen
  86. en de boosdoeners naar de hel drijven als een kudde naar de drinkplaats
  87. beschikken alleen zij over voorspraak die een verbond met de Erbarmer hebben gesloten
  88. En zij zeggen: "De Erbarmer heeft zich een kind genomen
  89. Jullie hebben echt iets afgrijselijks begaan
  90. Bijna zou de hemel ervan barsten, de aarde opensplijten en het gebergte ineenstorten
  91. dat zij aan de Erbarmer een kind toekennen
  92. Het past niet bij de Erbarmer dat Hij zich een kind neemt
  93. Ieder die in de hemelen en de aarde is komt slechts als dienaar tot de Erbarmer
  94. Hij heeft hen opgesomd en nauwkeurig geteld
  95. En een ieder van hen zal op de opstandingsdag alleen tot Hem komen
  96. Zij die geloven en de deugdelijke daden doen, aan hen zal de Erbarmer liefde doen toekomen
  97. Wij hebben hem dus in jouw taal gemakkelijk gemaakt, opdat jij het goede nieuws ermee zou verkondigen aan de godvrezenden en twistzieke mensen ermee zou waarschuwen
  98. En hoeveel generaties hebben Wij voor hun tijd reeds vernietigd! Word jij van een van hen nog iets gewaar of hoor jij van hen nog gefluister